woensdag 11 april 2012

Samen werken

Belevenissen van een kersverse geleidehond

Het werken met Mees blijft zich goed ontwikkelen, maar missers horen er ook bij. .
Ik vertelde dat hij nog wat steun nodig heeft wanneer hij een beslissing moet nemen of hij van de stoep af zal gaan, of langzaam door een smalle doorgang.
Gisteren liepen we op een stoep waarop auto’s stonden. Mees stond stil. Ik keek met mijn stok en vond dat het breed genoeg was; Ik spoorde hem aan door te lopen. Dat deed hij, maar hij stopte weer. Ik vond het nog steeds breed genoeg en zei hem weer door te lopen, maar hij draaide zich resoluut om. Mogelijk werd het verderop toch te smal, tenslotte kan ik niet verder kijken dan de lengte van mijn stok. Ik vond het mooi en liep met hem mee: ‘tuurlijk jongen, jij hebt hierin de leiding, zeker wanneer ik zie dat je die ook neemt.
Toen we naar Desudo gingen voor het werk, liep hij de gewone ingang voorbij en wandelde de hal binnen waar ook de kennels zijn, het is nog wennen voor hem. 

Hij is een snuffelaar, ik moet enorm goed opletten. Laatst had hij wat te pakken dat onder een bankje op de bushalte lag, daar ligt altijd veel troep van mensen die een paar meter naar de prullenbak te ver vinden. Ik probeer het uit zijn bek te halen, dan heeft hij tenminste niet de beloning het op te eten, maar dat lukte toen helaas niet.
Toen ik bij de bakker naar buiten liep, ging hij helemaal schuin naar rechts, terwijl de uitgang recht voor me was. Uit de reactie van mensen maakte ik op dat hij probeerde zijn neus in hun tas te stoppen waar vis in zat. Ja dat ruikt erg lekker, maar is niet de bedoeling. Hij lijkt qua postuur op een Golden Retriever: hoog op de poten, een lange nek en een lang lijf, dus zijn kop is relatief ver voor me. Ik houd bij dit soort gelegenheden nu de riem licht op spanning, zodat ik beter voel wat hij doet. Dat vind ik moeilijk, want ik mag hem tegelijkertijd niet gaan sturen met de riem.

Vorige week zijn we met een enorme omweg naar huis gelopen, siteseeing Lelystad.  WE liepen verkeerd op een punt waar het nogal open is en Mees een stoep iets links voor me moet zoeken. Als hij daarop is, draai je weer iets naar rechts. Mees liep een stoep op en draaide naar rechts. Ik dacht nog wel: ‘hm, volgens mij gaat hij wat veel naar rechts, maar kon op dat moment nog geen signalen ontdekken dat ik verkeerd zat, totdat we achter een bushuisje langs liepen. Maar toen was ik al een eindje op weg en ik besloot niet om te keren.
Het blijft voor mij lastig op dit soort punten. Ik weet niet altijd welke andere mogelijkheden er ook zijn, Enya liep immers gewoon de route naar huis. Ik vind het soms ook lastig om mijn positie in de ruimte te bepalen Als je geen referentiepunt hebt van een gebouw of iets anders. Hoeveel gaat Mees naar rechts? Te scherp, niet scherp genoeg? Dat kan in Lelystad veel uitmaken.

Mijn navigatie vertelde me waar ik was, maar lopend in Lelystad heb je niet veel meer aan navigatie dan dat, er zijn te veel voet- en fietspaden die de navigatie niet ziet. Ik heb de weg gevraagd en op een gegeven moment liep Mees een houten brug over. Ik herkende de geluiden en vroeg of er water links of rechs van me was, dat was er. Gecombineerd met de informatie van de navigatie wist ik dat ik in een park was. (Mees dacht natuurlijk: we maken een leuk ommetje naar het park). Mooi om te zien vond ik dat hij stukken van routes herkent en die ook aan elkaar kan knopen. Vanuit het park wist ik hoe ik thuis moest komen en ach… het was mooi weer en we hadden geen haast.

Niet weten waar je bent kan ook wat gevaarlijker worden. Op de terugweg van de kapper moesten we naar rechts, weer zo’n lastig punt waar je ook drie andere kanten op kunt, allemaal schuin en zonder veel houvast. We waren wat aan het zoeken en heen en weer lopen, want we vonden niet de stoep en de straat die we moesten oversteken. Maar op een gegeven moment hadden Mees en ik een stoep gevonden. We dachten dat we hier dan moesten oversteken en onze weg konden vervolgen. Ik stapte vol vertrouwen de stoep af, maar het was een trap. Dat had ik totaal niet verwacht, ik wist niet eens dat daar een trap was. Het waren gelukkig maar drie of vier treden, maar ik moest alle zeilen bijzetten om op de been te blijven, Mees met me meetrekkend. Uiteindelijk belandde ik met een bons op mijn billen op de tree, met Mees naast me die wat verbaasd aan me snuffelde. Ik moest vreselijk lachen als ik me voorstelde hoe dat eruit gezien moet hebben. We hebben uiteindelijk de goede route gevonden, maar hoe, dat weet ik niet precies. Dat zijn dus puntjes voor de nazorg.

Nog een ander punt daarvoor is dat Mees achter het station, waar ik een drukke weg over moet, de paal niet meer zoekt, geen idee waarom. Het enige dat ik kan bedenken is dat die paal raar staat, een beetje in het gras, maar dat mag voor mees geen probleem zijn na zijn ‘off the road-ervaring’ en hij zocht hem eerder ook goed op. Ik zit hem ook in de weg, want ik ben bang dat hij die weg op loopt.
Vrijdagmiddag komt Frank even meekijken, iets eerder dan gepland, maar sommige dingen moet je niet te lang laten voortduren, dan slijt het gedrag erin en is het moeilijker om te buigen.
Er blijft dus werk aan de winkel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten