zondag 26 mei 2013

Mees na 15 maanden: here I come!!!

Mees is nu bijna 15 maanden bij ons thuis en wat is er veel gebeurd in die tijd. Van een wiebelig knulletje groeit hij uit tot een evenwichtige, volwassen hond.

Ik zie hem nog binnen komen stuiteren, op 27 februari 2012. Loes, die midden op het grote hondenbed dat we toen nog hadden zat te blaffen met een gezicht dat boekdelen sprak: jij komt er niet bij knulletje, wat denk je wel. Maar natuurlijk kwam hij er wel bij, in het huis, op het hondenbed en in mijn tuig.

Hij was pas een jaar en acht maanden, jong om aan zijn baan als geleidehond te beginnen, maar hij was er klaar voor. Toch was hij in het begin natuurlijk onzeker; Want al lopen de trainers blind met elke hond voordat hij wordt afgeleverd en proberen ze zoveel mogelijk de toekomstige situatie na te bootsen, een vertrouwde trainer aan je beugel is toch anders dan een echte blinde die je bovendien nog niet kent, die slingert en soms onbegrijpelijke dingen doet. Weet die hond veel dat ik niet kan zien, dat begrijpt hij niet. Hij merkt wel dat ik niet reageer als hij naar me kijkt, of dat ik hem roep terwijl hij vlak bij me is, of dat hij iets stouts kan doen als hij los loopt, zonder dat ik hem daarvoor corrigeer. Kortom: dat ik niet zo adequaat ingrijp als een trainer dat doet.
Maar een hond is er een meester in om zich aan zijn omgeving aan te passen en daar is Mees geen uitzondering op. Hij weet dat hij me moet aanraken of geluid maken om contact te maken. Hij haalt zeker stoute dingen uit wanneer hij verder bij me vandaan is, maar het blijft voor mij goed hanteerbaar. In 99,99% van de gevallen komt hij als ik hem roep en dat is heel belangrijk als je alleen kunt horen waar je hond is. Hij heeft ook al geleerd dat, als hij iets hoort vallen, hij naar me toe komt om het voor me op te rapen, dat hoef ik niet meer te vragen, getuige mijn eerdere verhaal over het gevallen fluitje.

Het verbaasde mij dat ik Mees zoveel voer moest geven en dat hij maar iet aan leek te komen. 27, 28 kilo was voor hem echt te weinig. Hij zag er ook zo schraal uit, zo ielig en mager. Gedeeltelijk komt dat door de castratie met acht maanden, die alle geleidehonden in spé ondergaan. Mees had vanaf dat moment geen mannelijk hormoon meer om hem evenwichtig te laten groeien. Hij schoot de hoogte in, maar werd niet breder. Toen we na een paar maanden moesten vaststellen dat Mees, net als zijn broer Mark, allergisch is voor een aantal planten en mijten, schrokken we wel. Gelukkig reageert Mees heel goed op de desensibilisatiebehandeling door de dierenarts die, heel lief, Mees steeds zijn prikjes geeft zonder er iets voor te rekenen. 
De allergie kostte hem kennelijk ook veel energie want, zodra de behandeling begon, kwam hij zo snel aan dat ik zijn hoeveelheid voer drastisch  terug moest brengen.

Nu weegt hij ruim 32 kilo en is hij een mooie stevige reu. Hij is nog steeds wel smal, dat zal ook wel zo blijven, maar hij is nu goed in verhouding. Zijn coördinatie bij het lopen is veel beter, zijn poten gaan niet meer alle kanten op. Aan zijn evenwichtsgevoel mankeert ook niks. Wanneer hij los loopt, met name met een bekende hond, daagt hij die uit door keihard rondjes om zijn as te draaien, heerlijk vindt hij dat.

Mentaal is hij ook enorm gegroeid. Sinds we naar ons nieuwe huis met een grote tuin zijn verhuisd, gedraagt hij zich met de arrogantie van een grootgrondbezitter. Hij is waaks, verdedigt zijn grondgebied met verve, maar alleen wanneer hij niks beters te doen heeft. Liggen hij en Loes in de tuin met een lekker bot, dan mag iedereen langs lopen. Prettig is wel dat de katten uit de buurt inmiddels weten dat hier honden wonen, dan wordt onze tuin ook niet meer als kattenbak gebruikt.
Lopend in tuig blaft hij ook en dat is niet de bedoeling. Als ik zeg dat hij ermee op moet houden doet hij dat, maar ik weet niet wat hij  ziet, dus ik kan het niet voor zijn.

Maar als hij mij begroet na een werkdag in de kennel bij Desudo, gedraagt hij zich nog steeds als een jongetje dat mamma heeft gemist. Tegenwoordig leg ik zijn tuig een heel eind weg van waar ik sta. Hij komt dan in volle vaart op mij afrennen, ik wijs in de goede richting en zeg: “haal je tuig’. Hij rent weg en komt stralend van blijdschap terug met zijn tuig. Samen houden we het vast en doen even lekker gek. Ik doe dat omdat hij het prachtig vindt om wat te halen, maar ook omdat hij dan wat in zijn bek heeft om vast te houden, dan pakt hij niet mijn arm beet, waarbij hij in zijn enthousiasme soms te hard bijt. Ik heb het met een speeltje geprobeerd, maar het moet zijn tuig zijn: “kom, we gaan”.

Ik heb hem veel ruimte gegeven om te groeien. Hij is een jongeman geworden met een groot ego… Soms lastig, maar meestal in mijn voordeel, want een geleidehond moet zelfstandig beslissingen kunnen nemen. Dat grote ego maakt hem tot een heel creatieve en zelfverzekerde geleidehond, die graag het voortouw neemt. Daar wil ik nog jaren mee verder.

zondag 12 mei 2013

multifunctionele geleidehond

Sinds een paar weken zijn we begonnen met een cursus speuren. We krijgen les van een ex-politieman. De honden leren om een spoor uit te werken, zoals dat heet. We maken zelf het spoor met onze voeten. De hondenneus is zo goed, dat hij ons spoor ruikt, ookal hebben we schoenen aan. We verliezen bij het lopen ook huidschilfers, die onze geur hebben. De honden moeten steeds met de neus over de grond het spoor volgen. Aan het eind van het spoor ligt een beloning. Voor Mees is dat zijn leren lapje, dat ik ook gebruik als we samen ‘hersenwerken’. Zodoende is hij niet op de grond aan het zoeken naar voer, maar krijgt hij zijn beloning als hij het lapje brengt, en dat doet hij… Het spoor loopt in een u-bocht, je eindigt dus een eindje naast je beginpunt. Ik wilde net beginnen om Mees te laten zoeken, maar hij zag een snellere weg. Hij griste het lapje van de grond en kwam het mij brengen. Nee Mees, je zal er eerst voor moeten werken jongen… Dat werk, daar snapt hij nog niet zoveel van. Hoewel hij in eerdere workshops goed speurde, is hij nu voortdurend afgeleid door jong gras dat ook zo lekker is om te eten, of loopt hij om zich heen te kijken, maar ik heb goede hoop dat het kwartje nog gaat vallen. Ik schrijf dit na de cursus van vanmorgen en die ging al een heel stuk beter. Mees raakte het spoor wel kwijt af en toe, maar zocht het ook weer op. Hij snapt beter waarmee hij bezig is.

Hij is inmiddels een kei in het dingen oprapen voor mij. Het maakt niet uit wat het is: de post, een sinaasappel, sleutels, een bonnetje. Hij mag soms ook helpen boodschappen naar de keuken brengen, als er iets bij zit dat geschikt is om in zijn bek te dragen. Een doosje thee komt vrij ongeschonden aan. Een vierkant doosje houdt moeilijker vastdan een sinaasappel, want hij laat het een paar keer vallen voordat het bij mij is, terwijl hij de sinaasappel in een keer bij me brengt.
Laatst op een avond, toen we al bezig waren naar bed te gaan, bedacht ik me dat ik het hondenfluitje dat ik gebruik om Mees te roepen, nog mee moest nemen. Ja vrouwen hè, steeds een andere jas en dan moet alles weer overgeheveld worden… De honden lagen al op hun plaats en wij waren al boven, maar ik liep naar beneden om het fluitje te pakken. Ik wilde het in mijn jaszak stoppen, maar het viel op de grond, op de deurmat, een zacht geluid. Niet voor Mees. Ik vroeg niks, riep hem iet, hij kwam uit zichzelf rustig aanlopen, pakte het fluitje op en gaf het mij. Ik wilde hem knuffelen, maar hij was alweer onderweg naar bed: “hier is je fluit, voordat het hele huis weer op zijn kop staat omdat je je fluit kwijt bent, nu ga ik weer naar bed”.

Afgelopen maandag moesten we  naar Utrecht, naar een andere halte van de sneltram. Die hebben ze verplaatst vanwege de verbouwing rond het station. Zelf had ik die route lang geleden wel gelopen, maar niet met Mees. We moesten om te beginnen in de tunnel naar links, in plaats van naar rechts. Mees staat dan even te wachten, alsof hij vraagt: “weet je het zeker”? Ik begrijp dat, want zo’n kei ben ik nou niet met oriënteren maar “ja, ik weet het zeker Mees”.
De route ging helemaal goed, een heel smap trapje op dat Mees eigenlijk liever wilde vermijden, maar dan kom je op het fietspad en kun je niet meer de stoep op. Het laatste stukje moesten we even zoeken want we wilden de stoep op, maar daar stond een hek. Ik vroeg Mees net of hij toch de stoep kon zoeken, toen ik werd aangesproken. Mensen die je onderweg willen helpen doen dat met alle goede bedoelingen, maar niet altijd adequaat, deze meneer was een echt goede helper. Dat wil voor mij zeggen dat hij aanwijzingen gaf, maar Mees wel zelf het werk liet doen. We vonden de halte en daarna was het weer bekend terrein voor Mees en mij.
Bij de oogvereniging, waar we moesten zijn, moesten we even wachten. Er was een bankje dat ik Mees vroeg te zoeken. Terwijl hij die moeilijke route heel goed had gedaan, kon hij dit bankje niet vinden. Tot drie, vier keer toe liep hij er voorbij… Wat grappig toch.

Terug op de nieuwe tramhalte hoefde ik niks te zeggen. Hij koos zelf welke kant hij op moest om bij het trapje naar beneden te komen, wees netjes de paal om uit te checken aan en liep de route, die hij pas een keer had gelopen op de heenweg, zonder meer terug! Ik zeg dan steeds tegen mezelf: hij weet het, vertrouw hem, niet ingrijpen, behalve als je echt denkt dat het fout gaat. Bij de eerste oversteek hield ik me daar al meteen niet aan. Die is nogal breed, dus ik dacht: waar blijft die stoep nou? Zou hij afgeweken zijn? Ik wist dat we op de stoep naar links moesten dus ik zei: vooraan links, maar Mees wist dat we pas naar links moesten op de stoep. Hij deed het dus niet en liep eerst door naar de stoep. Dat is de ongehoorzaamheid die een geleidehond moet hebben: je kan dat wel zeggen, baas, maar nu even niet… Later dacht ik weer dat hij te veel naar links uitweek en ik stuurde hem naar rechts, tegen een gebouw aan. Het was niet nodig, want we kwamen keurig bij het trapje uit. De volgende keer dat we deze route lopen ben ik degene die het nog beter moet doen, niet Mees.

donderdag 2 mei 2013

Hersenwerk voor Desudo-honden


Ik heb al verteld over de workshop hersenwerk voor honden die ik volgde met Mees. Sindsdien kunnen we niet meer gewoon een toetjesbakje weggooien, maar bewaren wij het om mee te spelen.

Vorig jaar al had ik contact met Inge van Harte, de bedenken van Hersenwerk voor Honden. Zij wilde graag met geleidehonden in opleiding en werkende geleidehonden aan de slag, benieuwd naar hoe deze honden puzzelen.

Op zaterdag 27 april was er daarom bij Desudo een proefworkshop Hersenwerk voor geleidehonden. De dierlijke deelnemers waren twee jonge honden die nog bij de puppywalkers worden opgevoed, twee honden in opleiding die nu bij Desudo in de kennel zitten en twee werkende geleidehonden. Op 14 september, wanneer Desudo haar vijftienjarig bestaan viert, zal de workshop aan alle klanten en puppywalkers van Desudo gegeven worden.

Bij Hersenwerk voor Honden maak je puzzels van huis-, tuin- en keukenmateriaal. Er zijn ‘hersenkrakers’,  puzzels die je in stapjes moet opbouwen van makkelijk naar moeilijk en ‘hap-snapjes’ makkelijke spelletjes die gegarandeerd succes opleveren en waarin de hond even lekker kan ontspannen.

Zo is de lapjespuzzel (een puzzel waarbij de hond moet zoeken tussen en onder drie scheef op elkaar genaaide en in grootte verschillende lapjes), een echte hersenkraker, en is de ballenbak, een tentje waarvan de bodem bedekt is met ballen en waarin je een handje brokjes kunt gooien die de hond moet gaan zoeken, een hap-snapje,.
Ook van de lege buitenband van een fiets kun je een hersenkraker maken, zeker wanneer je er twee op elkaar legt.

Geleidehondpups worden van jongs af aan gestimuleerd om te leren en initiatief te nemen en dat merk je bij de puzzels.
Terwijl huishonden waarmee niet wordt gewerkt in een workshop slechts een begin maken met de lapjespuzzel, bereiken de geleidehonden in tien minuten het moeilijkste niveau.

De jonge honden, behalve pup Power van drie maanden, begrijpen al het verschil tussen vrij zijn en werken.
Owen van acht maanden is een jonge wildebras als je hem zijn gang laat gaan, maar zet je hem in de ballenbak, dan werkt hij rustig en geconcentreerd, een hele prestatie voor zo’n jonge hond.

De methode van Hersenwerk voor Honden is erop gericht in stapjes te werken en makkelijk te beginnen, maar een van de trainers van Desudo hield Nasca, die nu in opleiding is, een lege eierdoos voor die ze open moest maken om bij de beloning te komen, een echte hersenkraker. “hoezo kraker”, dacht Nasca, wipte met haar neus de doos open en haalde de beloning eruit, terwijl mijn eigen Mees zo’n eierdoos aan stukken scheurt als ik hem zijn gang laat gaan.

Omdat Desudo het niet wenselijk vindt dat de honden zo goed worden in zoeken naar voer (dat zijn Retrievers toch al en dat hoeven we niet aan te moedigen) introduceerde Inge het geurlapje. We moesten allemaal een lapje bij ons hebben met onze eigen geur eraan. Dit kan een stuk van een oud T-shirt zijn, van een oude portemonnee, zolang het maar niet te groot is en naar de baas ruikt. Iedereen had dus een lapje mee naar bed genomen, in de broekzak of beha gestopt.
In plaats van naar voer zoekt de hond naar het geurlapje en krijgt een snoepje als hij het vindt en naar de baas brengt.
Wil je zo werken, dan zul je dus eerst je hond moeten leren om het lapje te zoeken en te brengen. Bij Mees is dat een klein kunstje, zolang er maar geen concurrerende brokjes liggen.

Inge en haar helpers waren onder de indruk van de Desudo-honden. Enerzijds wordt er systematisch en zorgvuldig aan hun opvoeding gewerkt, anderzijds zijn het zulke vrije, blije honden. Het zijn in ieder geval honden die razendsnel leren en dat erg leuk vinden.

We gaan nu bekijken wat we bij Desudo kunnen doen met deze ervaring,