zondag 29 april 2012

stoute Mees

Belevenissen van een kersverse geleidehond

Mees en Loes zijn nu goed gewend bij ons in huis. Ze kennen de rituelen en gewoonten. Mees is beslist een ondeugende hond, Loes ook, maar op een andere manier.

Ze liggen nu heel ontspannen samen op het grote hondenbed. Ze hebben wel ieder hun eigen plaats. Het is voornamelijk Loes die dat vindt. Zij ligt bij het raam, dicht bij Tom. Mees is er later bijgekomen en ligt op de plek die over is. Meestal liggen ze ieder in hun eigen hoek. Soms heeft Mees het lef om op Loes haar plaats te gaan liggen. Loes gaat dan niet op het bed, stel je voor… Ze wacht net zo lang totdat Mees weer naar de andere kant is verhuisd. We vermoeden dat ze hem aankijkt, want we horen niks, maar Mees gaat van haar plek af, dat is zeker.

Op het bed liggen twee kussens. Ze gebruiken die allebei om kop en/of poten op te leggen. Die kussens zijn geen speelgoed, maar daar denkt Mees anders over. Heerlijk vindt hij het om een kussen te pakken, ermee rond te slingeren of samen met Loes eraan te trekken. Steeds pakken we het af en leggen het terug, maar dat voorkomt niet dat Mees het de volgende keer weer pakt. We vinden het niet zo heel erg, Hij pakt geen andere kussens, zoals die van onze bank, dus we treden niet strenger op. Laatst stapte ik naar buiten en stond op iets zachts. Ik schrok me rot. Stel je voor dat je niet ziet en op iets zacht stapt dat je daar niet verwacht. Het kan vanalles zijn: poep of andere enge dingen.Het was een hondenkussen, zeer waarschijnlijk mee naar buiten genomen door Mees.

Nog niet zo lang geleden maakte hij het wel bont. Ik zat op de bank met op de tafel een glas appelsap. Ik hoorde een geluid dat ik niet direct kon thuisbrengen, maar toen ik mijn hand in die richting bewoog, ontdekte ik dat Mees uit mijn glas appelsap stond te drinken… Tja, hij is zo groot, hij kan met gemak bij het glas. Maar Enya en Elmar jatten verschrikkelijk van salontafels en dat willen we beslist niet meer. Ik deed een boze uitroep en Mees verdween in lage, onderdanige houding naar zijn plaats. Onze hulp was er en vertelde dat Loes meteen achter hem aanging en dicht tegen hem aan kwam liggen; Om hem te troosten, denken wij dan, zo zag het er wel uit: “ach… doet ze lelijk tegen je??? Kom maar hoor, kom maar bij Loes”. Ze zijn intussen echt dol op elkaar.

’s Avonds hebben we nog steeds het munchyuritueel: Mees en Loes zitten samen in de voortuin, wij pakken een munchy en gaan iedere keer ergens anders staan, zodat ze de goede baas moeten zoeken. Het gaat inmiddels al heel goed. Soms loop ter een naar de verkeerde, maar die krijgt dan niks en zoekt snel de eigen baas op. Wij verwisselen ze ook niet meer, want mees heeft nu een tekenband om.

Mees is een geweldige hulp in huis. Hij haalt niet alleen de post, maar brengt ook gevallen voorwerpen. Als ik mijn rugtas ergens neergooi, brengt hij die ook. Mijn tuig is nog moeilijk, daar gaat hij mee lopen slingeren in plaats van het naar mij te brengen. Maar hij brengt keurig zijn riem.

Bijzonder vinden wij dat we bepaalde parallellen zien met Enya en Elmar, die eerder met ons, dan met de honden te maken lijken te hebben, al weten we niet waarom.
Enya heeft altijd veel teken omdat ze dwars door de struiken, gras en bosjes rent, net als Mees. Elmar heeft er veel minder omdat hij meer op het pad blijft, Loes ook.
Enya en Mees slapen heel stil, Elmar en Loes snurken. Enya en Mees blaffen meer dan Elmar en Loes. Enya en Mees zijn beiden meer gericht op honden, Elmar en Loes meer op mensen. Enya en Mees sjouwen beiden graag met, bij voorkeur, vuile was rond, onderbroeken en sokken zijn favoriet. Elmar en Loes doen dat niet.
Enya en Mees jatten beiden de deurpantoffel, de pantoffel die wij onder de deur schuiven zodat hij open blijft staan en wij er niet tegenaan lopen, Elmar en Loes doen dat niet.

Nu ben ik toch aan het vergelijken, maar dat geeft niet, want ik ben nog steeds heel blij met stoute Mees.

dinsdag 24 april 2012

Mees ontmoet collega's


Belevenissen van een kersverse geleidehond.

We zijn naar de ledenvergadering van de NVG geweest, de Nederlandse Vereniging van Geleidehondgebruikers. Hierin zitten mensen met honden van alle scholen in Nederland. De vereniging houdt zich bezig met belangenbehartiging, maar ook met het organiseren van leuke activiteiten voor hond en baas.

Heel populair is het geleidehondenweekend. Eens per jaar gaan we met maximaal 35 baas-hond-combinaties (het zit altijd vol) naar een hotel om leuke dingen te doen met de honden. Vast programmaonderdeel is de puzzelwandeltocht. Zonder ziende begeleiders gaan we met een gesproken routebeschrijving het bos in met de honden in tuig. Ze moeten paden zoeken, een bank, een hek. Onderweg staan er posten bij punten waar we zouden kunnen vrdwalen, maar de hond zorgt dat we niet vallen over boomwortels, tegen overhangende takken aanlopen of in modderplassen terecht komen. Dit gaat natuurlijk niet altijd helemaal goed. Elk jaar is er wel iemand die tot zijn enkels in de modder verdwijnt.

Dat was zaterdag allemaal niet aan de orde. Voor Loes en Mees was het de eerste keer om in een grote groep honden te zijn en ook nog te moeten opletten. We reisden samen met twee andere geleidehondgebruikers die ook in Lelystad wonen. We liepen de stationshal in en Mees zag de andere honden al staan, maar hij moest zijn hoofd bij zijn werk houden en voor mij het ov-chippoortje zoeken. In de trein naar Apeldoorn kwamen we nog meer mensen met geleidehonden tegen. Op station Apeldoorn werden het er nog meer. In een groep van zeker 15 honden liepen we naar de bushalte. Met een heel stel voor zich stopte Mees toch voor een trapje af!

In de bus was het dringen, maar Mees hield zijn aandacht er goed bij. Daar moest ik natuurlijk wel aan werken. Ik heb bij de dierenwinkel een muisje gekocht dat piept als ik erin knijp. Het is een leuke manier om zijn aandacht te trekken. Hij mag er dan altijd even in bijten, daar houdt hij zo van.

Tijdens de vergadering lag Loesje netjes rustig, mees was beweeglijker. Hij wilde steeds spelen met de buren, maar hij moest even rustig blijven liggen, een mooie oefening, tussen al die andere honden.

Tussen de middag konden ze met zijn allen los op een groot veld, dolle pret. Mees genoot, maar kwam regelmatig ook even terug. Ik moest nog goed luisteren, want Alle honden hebben een bel om en dan moet je het geluid van je eigen bel ertussenuit halen. Toen we weer naar binnen gingen, was Mees even bezig in de bosjes… maar hij kwam… Zonder dat ik iets hoefde te zeggen vond hij de weg terug naar de vergaderruimte.

’s Middags had men iemand gevraagd een workshop te geven. We zijn onder andere bezig geweest met het aanvoelen van je hond. We stonden in een groepje op een rij, de hond naast ons. De hond werd even meegenomen en ergens anders in de groep neergezet. Wij werden langs de honden geleid en moesten op gevoel, zonder te tasten of iets te zeggen, merken waar onze hond was. De meesten vonden hun hond op die manier, maar Mees vond mij. Toen ik tegenover hem kwam te staan kreeg ik geen tijd om te voelen of hij het was, want hij sprong al tegen me op.

Terug in de trein zaten we met zes Desudo-honden op het balkon, zes blondjes met blauwe tuigjes, een prachtig gezicht.

donderdag 19 april 2012

Mees geeft gastlessen

Belevenissen van een kersverse geleidehond

Eén van de dingen die ik voor Desudo doe is promotie van stichting Desudo Blindengeleidehonden, die sponsors en donateurs zoekt om de  school financieel te ondersteunen. Dit is nodig omdat Desudo per afgeleverde hond ongeveer 7000,00 euro tekort komt. Meer informatie kunt u vinden op www.stichtingdesudo.nl

Ik doe dit samen met Petra, pleeggezin of puppywalker van Desudo. Een puppywalker voedt een pup op tot een gehoorzame, goed gesocialiseerde huishond. Goed gesocialiseerd wil zeggen dat de hond heeft kennis gemaakt met en niet bang is voor alle dingen die hij in zijn latere leven als geleidehond tegen zal komen. Bijvoorbeeld winkels, verkeer, openbaar vervoer, met alle drukte en geluiden die daarbij kunnen horen. Ik wil hier even de gelegenheid nemen om de puppywalkers van Mees te bedanken voor een heel goed opgevoede hond met veel zelfvertrouwen. Die goede basis is zo belangrijk voor zijn latere training en werk.

Het promotiewerk voor de stichting bestaat onder andere uit het geven van gastlessen op scholen. We vertellen over ons werk en over hoe het is om blind te zijn en met een hond samen te werken en leven. De kinderen willen vooral veel vragen stellen. Die variëren van: welke rassen worden gebruikt tot: hoe doet u uw oorbellen in. Zo’n vraag over oorbellen speel ik terug naar de kinderen: probeer het maar eens met je ogen dicht, dat doen ze dan meteen. Toen iemand vroeg: hoe kleedt u zich aan en ik die vraag ook weer terugspeelde, duurde het niet lang of meerdere kinderen trokken met ogen dicht hun
T-shirt over hun hoofd.

Kinderen durven ook vragen te stellen die volwassenen niet stellen: is het leven eigenlijk wel leuk als je blind bent? Is het altijd leuk om met een hond te werken. Ik geef eerlijk antwoord, dat ik het niet altijd leuk vind en waarom niet, maar dat, als je alles optelt, het leven leuk kan zijn ondanks blindheid en dat je toch heel veel kan doen dankzij de hond.

Mees en ik zijn inmiddels op twee scholen geweest. De groepen bestaan uit kinderen van groep 1 tot en met groep 8. Mees en ik liepen tussen de kleinste kindjes door naar een stoeltje. Wat is hij dan groot, tussen die kleintjes op die lage stoeltjes. Sommigen vonden het wel eng. Ik liet Mees de deur zoeken, maar hij was afgeleid door alle handjes die naar hem uitgestoken werden. Nu kon ik meteen vertellen waarom ze een geleidehond niet mogen aaien. Kruimels op de grond vindt hij ook wel erg interessant, maar hij duikt tenminste niet zoals Enya, meteen met zijn kop in de prullenbak die altijd bij de deur staat.

De oudere kinderen hadden we in een grote groep in de gymzaal. Er waren kleine trapjes naar een podium. Mees wilde die wel als trap beschouwen en aanwijzen. Hij ging er netjes met zijn lange voorpoten op staan.

Petra heeft nu Nunna, een pup van vijf maanden. Ze vindt Mees geweldig. Petra moest haar goed bij zich houden want ze beet hem speels in zijn poot terwijl hij aan het werk was; Hij trok zich er niks van aan. Ze beet ook in de beugel, gekke meid. Mees en Nunna hebben lekker gespeeld, goed om te zien voor de kinderen dat ze ook hond mogen zijn.

maandag 16 april 2012

Naar het Zuigerplasbos met het hele gezin


Belevenissen van een kersverse geleidehond.

We zijn voor het eerst met zijn vieren naar het Zuigerplasbos geweest, het grootste losloopgebied in Lelystad. We hadden dat nog niet gedaan omdat het best pittig voor ze is: eerst 40 minuten werken (op de heenweg een nieuwe route) dan los in het bos en daarna weer 40 minuten werken naar huis.

We hebben erg genoten. De nieuwe route van huis naar het bos ging natuurlijk niet vlekkeloos, maar dat hadden we ook niet verwacht. Over doen wat niet goed gaat, belonen wat goed gaat. Wat een tempoverschil met Enya en Elmar, met hen deden we er op het laatst een stuk langer over. Enya wilde op de terugweg eigenlijk niet meer werken.

In het bos hebben ze heerlijk gerend, gesnuffeld en gespeeld. Op een gegeven moment stonden we even stil bij het water omdat ze aan het drinken waren. Daarna gingen ze rondjes achter elkaar aan rennen. Loes plensde een gedeelte van de cirkel in volle vaart door het water, een mooi geluid. Mees doet dat niet, hij ging wel het water in om te drinken.
Het is net of je vertrouwde bos weer nieuw is, door de ogen van jonge honden die er voor het eerst zijn en niet weten waar ze moeten beginnen omdat er zoveel te beleven is.

We hebben ze ook wat laten werken en stukjes laten volgen. Mees volgt los beter dan aan de lijn. Als we afslaan, roepen we ze niet. Ze moeten op ons letten, niet andersom. We letten natuurlijk stiekem wel op wat ze doen, en belonen als ze komen. Dat deden ze iedere keer vlot.

Ze waren versleten toen we terug kwamen, we hebben ze de hele avond niet meer gehoord.

zondag 15 april 2012

Nazorg

Belevenissen van een kersverse geleidehond

Afgelopen vrijdag hadden Mees en ik nazorg, vanwege de paal bij de drukke oversteekplaats die Mees niet meer wilde zoeken, maar Frank kijkt natuurlijk naar alles wat er gebeurt. Hij was tevreden, terwijl er toch een paar dingen goed mis gingen en Mees zich van zijn beste en stoutste kant liet zien.

We zijn heen en weer gaan lopen naar het station. Op de heenweg hield Mees bij  de oversteek van de drukke weg erg links aan, dus ik moest hem recht houden. Frank legde me uit dat hij dat doet omdat hij dan aan de overkant langs een grasrand kan lopen. Hij vindt het prettig om langs een ‘gidslijn’ te kunnen lopen; Wij ook, als we met een stok lopen; Waar je mee omgaat…

We zijn naar de ingang van de stationshal gelopen, iets dat ook weleens misgegaan is. Hij vond die keurig. Ook naar de ov-chip-poortjes liep hij als een streep, maar dat hadden we geoefend.

Op de terugweg moesten we dan de beruchte paal zoeken en natuurlijk zette hij me voor paal: hij liep er zonder meer naartoe, zelfs ondanks het feit dat er mensen bij stonden met een fiets. Het gaat er dus echt om dat ik hem de ruimte geef om zijn werk te doen. Dat durf ik ook beter als Frank erbij is, want dan weet ik dat ik gewaarschuwd wordt als hij in de verwarring per ongeluk toch de weg oploopt. Vanmiddag hadden we die paal weer en hij wees hem keurig aan.

Aan de overkant op de stoep wilde hij niet verder lopen. Ik hoorde waarom, er liep iemand met een hond vlak achter ons. Naar de meeste honden kijkt Mees wel, maar werkt door, al steekt hij wel zijn staart in de lucht, zodat ik de punt tegen mijn hand voel. Deze hond kon hij niet negeren, wat ik ook zei, hij wilde niet verder. Dat had ik nog niet eerder zo erg meegemaakt. Ik ben gaan stilstaan en heb ze voorbij laten gaan, even gewacht en Mees toen weer aan het werk gezet, het ging weer. Frank vertelde dat die hond ook wel erg liep te imponeren; Met hoge staart liep hij Mees echt uit te dagen.

Verderop ging er iets helemaal mis met een oversteek, die tot dan toe zonder problemen was gegaan. We kwamen verkeerd uit omdat ik Mees in de ronding van de zijstraat had laten oversteken, terwijl hij zelf aangaf dat we een stukje terug moesten. Ik had dus niet goed naar hem geluisterd. Komisch vond ik om te merken dat ik daar eigenlijk ook nog een beetje omheen probeerde te redeneren toen Frank me dat vertelde. Wie roept er nou altijd zo hard dat je eerst naar jezelf moet kijken als er iets misgaat????

Verderop ging Mees niet naar links, terwijl ik dat had gezegd. Ik had het op tijd in de gaten en stuurde hem naar links, maar dat wordt dus weer een punt om op te letten. Gaat het ene weer beter, gaat iets anders weer minder.
Ik moet ook goed opletten dat Mees niet schuin gaat oversteken. Ik merk dat, als hij weet waar we aan de overkant naartoe gaan, hij al gaat voorsorteren, maar dat wil ik niet hebben. Het is al twee keer voorgekomen dat hij dat doet als we een hoek naar links omgaan en hij weet dat we daarna gaan oversteken. Dan gaat hij te vroeg al naar rechts en zwik ik met mijn voet van de stoep af.

Ondanks het feit dat ik wee dat Frank meeloopt om ons vooruit te helpen, ervaar ik toch wat meer spanning, wil graag laten zien hoe we al gegroeid zijn; En dan gaan er dingen mis die eerder gewoon goed gingen.
Toch was Frank dus tevreden. Hij ziet natuurlijk wat er mis gaat, maar hij vindt het belangrijker dat ik goed ingrijp en dat hij ziet dat Mees zekerder wordt en meer zelfvertrouwen krijgt. Dit is de fase dat Mees wat vertrouwder raakt met een aantal routes en dat hij nu gaat proberen of het ook wat makkelijker kan. Het is de fase dat ik me wat meer ga ontspannen omdat ik merk dat ik niet meer alles hoef voor te kauwen, dat Mees inderdaad zelfstandiger en zekerder wordt. Maar ik moet scherp blijven, juist nu. Alle dingen die misgaan zijn nu nog klein en kan ik met kleine correcties herstellen. Ik moet zorgen dat ze niet groter worden. Frank adviseerde me bijvoorbeeld om op te schrijven hoe vaak Mees op een route reageert op een andere hond, dan kan ik goed bijhouden dat het niet erger wordt. ‘Zo werken wij ook’.

woensdag 11 april 2012

Samen werken

Belevenissen van een kersverse geleidehond

Het werken met Mees blijft zich goed ontwikkelen, maar missers horen er ook bij. .
Ik vertelde dat hij nog wat steun nodig heeft wanneer hij een beslissing moet nemen of hij van de stoep af zal gaan, of langzaam door een smalle doorgang.
Gisteren liepen we op een stoep waarop auto’s stonden. Mees stond stil. Ik keek met mijn stok en vond dat het breed genoeg was; Ik spoorde hem aan door te lopen. Dat deed hij, maar hij stopte weer. Ik vond het nog steeds breed genoeg en zei hem weer door te lopen, maar hij draaide zich resoluut om. Mogelijk werd het verderop toch te smal, tenslotte kan ik niet verder kijken dan de lengte van mijn stok. Ik vond het mooi en liep met hem mee: ‘tuurlijk jongen, jij hebt hierin de leiding, zeker wanneer ik zie dat je die ook neemt.
Toen we naar Desudo gingen voor het werk, liep hij de gewone ingang voorbij en wandelde de hal binnen waar ook de kennels zijn, het is nog wennen voor hem. 

Hij is een snuffelaar, ik moet enorm goed opletten. Laatst had hij wat te pakken dat onder een bankje op de bushalte lag, daar ligt altijd veel troep van mensen die een paar meter naar de prullenbak te ver vinden. Ik probeer het uit zijn bek te halen, dan heeft hij tenminste niet de beloning het op te eten, maar dat lukte toen helaas niet.
Toen ik bij de bakker naar buiten liep, ging hij helemaal schuin naar rechts, terwijl de uitgang recht voor me was. Uit de reactie van mensen maakte ik op dat hij probeerde zijn neus in hun tas te stoppen waar vis in zat. Ja dat ruikt erg lekker, maar is niet de bedoeling. Hij lijkt qua postuur op een Golden Retriever: hoog op de poten, een lange nek en een lang lijf, dus zijn kop is relatief ver voor me. Ik houd bij dit soort gelegenheden nu de riem licht op spanning, zodat ik beter voel wat hij doet. Dat vind ik moeilijk, want ik mag hem tegelijkertijd niet gaan sturen met de riem.

Vorige week zijn we met een enorme omweg naar huis gelopen, siteseeing Lelystad.  WE liepen verkeerd op een punt waar het nogal open is en Mees een stoep iets links voor me moet zoeken. Als hij daarop is, draai je weer iets naar rechts. Mees liep een stoep op en draaide naar rechts. Ik dacht nog wel: ‘hm, volgens mij gaat hij wat veel naar rechts, maar kon op dat moment nog geen signalen ontdekken dat ik verkeerd zat, totdat we achter een bushuisje langs liepen. Maar toen was ik al een eindje op weg en ik besloot niet om te keren.
Het blijft voor mij lastig op dit soort punten. Ik weet niet altijd welke andere mogelijkheden er ook zijn, Enya liep immers gewoon de route naar huis. Ik vind het soms ook lastig om mijn positie in de ruimte te bepalen Als je geen referentiepunt hebt van een gebouw of iets anders. Hoeveel gaat Mees naar rechts? Te scherp, niet scherp genoeg? Dat kan in Lelystad veel uitmaken.

Mijn navigatie vertelde me waar ik was, maar lopend in Lelystad heb je niet veel meer aan navigatie dan dat, er zijn te veel voet- en fietspaden die de navigatie niet ziet. Ik heb de weg gevraagd en op een gegeven moment liep Mees een houten brug over. Ik herkende de geluiden en vroeg of er water links of rechs van me was, dat was er. Gecombineerd met de informatie van de navigatie wist ik dat ik in een park was. (Mees dacht natuurlijk: we maken een leuk ommetje naar het park). Mooi om te zien vond ik dat hij stukken van routes herkent en die ook aan elkaar kan knopen. Vanuit het park wist ik hoe ik thuis moest komen en ach… het was mooi weer en we hadden geen haast.

Niet weten waar je bent kan ook wat gevaarlijker worden. Op de terugweg van de kapper moesten we naar rechts, weer zo’n lastig punt waar je ook drie andere kanten op kunt, allemaal schuin en zonder veel houvast. We waren wat aan het zoeken en heen en weer lopen, want we vonden niet de stoep en de straat die we moesten oversteken. Maar op een gegeven moment hadden Mees en ik een stoep gevonden. We dachten dat we hier dan moesten oversteken en onze weg konden vervolgen. Ik stapte vol vertrouwen de stoep af, maar het was een trap. Dat had ik totaal niet verwacht, ik wist niet eens dat daar een trap was. Het waren gelukkig maar drie of vier treden, maar ik moest alle zeilen bijzetten om op de been te blijven, Mees met me meetrekkend. Uiteindelijk belandde ik met een bons op mijn billen op de tree, met Mees naast me die wat verbaasd aan me snuffelde. Ik moest vreselijk lachen als ik me voorstelde hoe dat eruit gezien moet hebben. We hebben uiteindelijk de goede route gevonden, maar hoe, dat weet ik niet precies. Dat zijn dus puntjes voor de nazorg.

Nog een ander punt daarvoor is dat Mees achter het station, waar ik een drukke weg over moet, de paal niet meer zoekt, geen idee waarom. Het enige dat ik kan bedenken is dat die paal raar staat, een beetje in het gras, maar dat mag voor mees geen probleem zijn na zijn ‘off the road-ervaring’ en hij zocht hem eerder ook goed op. Ik zit hem ook in de weg, want ik ben bang dat hij die weg op loopt.
Vrijdagmiddag komt Frank even meekijken, iets eerder dan gepland, maar sommige dingen moet je niet te lang laten voortduren, dan slijt het gedrag erin en is het moeilijker om te buigen.
Er blijft dus werk aan de winkel.

zondag 8 april 2012

Off the road

Belevenissen van een kersverse geleidehond.

Mees leert in de opleiding te werken op straat, in allerlei situaties. Wat hij niet leert is werken ‘off the road’, in het bos, schelpenpaden, zandpaden, de obstakels vermijden die je daar kan tegenkomen, zoals kuilen, boomwortels, laaghangende takken. Toch ontwijkt hij op straat ook kuilen of hoogteobstakels. Als je zonder ziende mensen het bos in gaat met je hond is het handig wanneer hij ook in het bos kan werken, bbijvoorbeeld een pad voor je zoeken of een bank. Tom en ik vinden het ook belangrijk met de honden bezig te zijn wanneer we in het bos lopen. We laten ze niet alleen maar vrij rennen, we roepen ze terug, belonen ze en laten ze weer vrij, we doen even een spelletje, een apèloefeningetje of we gaan een stukje samen werken. Mees en ik zijn begonnen met dat te oefenen.
Wanneer ik daaraan begin, heb ik geen verwachtingen. Het is nieuw en ongewoon, dus als hij gewoon loopt, vind ik dat al heel mooi. Omdat ik niet weet hoe hij zal werken, heb ik stevige schoenen aan en houd ik er rekening mee dat ik iets kan raken. Gebeurt dat, dan corrigeer ik niet, doe het over en beloon als het goed gaat. Het was niet nodig!
Ik heb hem op een smal bospad in tuig genomen. Hij moest het eerst zoeken. Dat was al vreemd, want we stonden op een schelpenpad dat in zijn ogen veel begaanbaarder is voor mij dan het bospad dat ik in wilde. Ik wist dat we er vlakbij stonden en liet hem rechts zoeken, dat deed hij, maar hij stopte. Ik voelde met mijn stok dat het steil naar beneden ging. Het is een pad met rechts een sloot, zouden we dus nog een stap zetten, dan lagen we in het water; Nog een klein stukje verder dus en ja… hij ging het bospad op.
Ik was heel blij met zijn verrichtingen. Hij hield in voor takken op de grond en ik merkte dat we wat slingerden, dus hij leidde me om andere oneffenheden heen. Op een gegeven moment stond hij stil. Ik voelde dat er voor mij een verwarde takkenmassa hing waar we echt onderdoor zouden moeten bukken. Ik vond het te ver gaan om dat in tuig te doen, dus heb ik hem uitbundig beloond en vrijgelaten.
Op de terugweg liet ik hem het zandpad lopen dat ik ook op de heenweg kan nemen. Daar zijn heel diepe wielsporen. Ik was benieuwd wat hij zou doen, maar ik ben geen wielsporen tegengekomen, goeie hond!

Ik kan hem dus op willekeurig welke ondergrond zetten, als ik vooraan zeg, werkt hij gewoon. Toch heeft het werken ‘off the road’ wel consequenties: Mees loopt nu veel makkelijker het gras op in tuig; Dat is dus wel iets om rekening mee te houden.

donderdag 5 april 2012

Samen werken

Belevenissen van een kersverse geleidehond

Mees en ik zijn hard aan het werk om de routes goed en netjes te lopen. Het is belangrijk dat ik consequent en precies blijf. Bijvoorbeeld bij het aangeven van stoepjes. Voor de hoge stoepen stopt hij altijd, maar de lage stoepen en de overgangen waar eigenlijk geen stoeprand is maar eerder een soort gootje, loopt hij nog weleens voorbij. Dat moet dus over. Het allermoeilijkste is erop te vertrouwen dat hij ook voor deze overgangen zal stoppen. Ik loop erop af, weet dat hij komt, maar ik moet mijn linkerarm en hand, waarmee ik de beugel vasthoudt, helemaal ontspannen houden, want hij moet he techt zelf doen. Ik heb soms de neiging om zelf tempo terug te nemen of hem subtiel een seintje te geven via de beugel, bijvoorbeeld wanneer ik denk: als hij doorloopt, moeten we het weer overdoen, heb ik even geen zin in, of geen tijd voor. Maar dat is geen argument. Met een jonge geleidehond moet je geen tijdsdruk hebben, gewoon op tijd van huis gaan. Overdoen hoort erbij… Immers, als ik ergens loop waar ik niet weet dat er een stoep aankomt, moet ik erop kunnen vertrouwen dat hij zonder signaal van mij stopt. Bovendien, als ik ga inhouden voor de stoep, krijg ik een hond die een paar meter voor de stoep zelf gaat inhouden en dat wil ik niet. Overigens kan dat voor andere geleidehondgebruikers weer anders zijn, dit is hoe ik het doe.

Voor stoepen op heeft hij ook geleerd te stoppen, maar ik merk dat dat al korter wordt. Hij houdt even in en loopt dan door. Ik vind dat goed, maar weet ook dat de consequentie kan zijn dat ik over een ‘stoep op’ val. In de regel weet ik dat er een ‘stoep op’ aankomt als ik oversteek, maar op vreemd terrein kan er een onverwachte ‘stoep op’ zijn. Ik moet dan niet gek opkijken als Mees doorloopt, die ruimte heb ik hem zelf gegeven. Vraag ik bij het oversteken ‘zoek sttoep’, dan stopt hij.

Hij is heel goed in het onthouden van routes. Als hij een route een keer heeft gelopen, weet hij die wel. De balans tussen Mees initiatief laten en controle houden verschuift: hij neemt steeds meer initiatief, zeker op routes die hij inmiddels vaak gelopen heeft. Daar ben ik blij mee. Ik heb het gevoel dat het een hond wordt waarop ik echt kan bouwen en dat is met mijn oriëntatievermogen een zegen. Maar ik moet altijd allert blijven. Ik vraag van Mees dat hij oplet, dan moet ik dat zelf ook doen.  

Het ontwijken van obstakels doet hij goed, want ik raak niks. Wanneer de stoep versperd is en de doorgang heel smal, gaat hij stilstaan. Ik voel met mijn stok hoe smal het is. Mees moet dan heel langzaam erlangs, of hij moet de stoep af. Hij heeft bij het nemen van die beslissing nog wat aanmoediging nodig; Maar Gisteren nam hij die al zelf. Verderop stond een auto zodanig op de stoep dat de doorgang wel heel smal was. WE konden er niet af, want daar was een perk. Dan neem ik de leiding over en laat Mees volgen aan de lijn.

Mees is een heel allerte hond. Fijn voor mij, want hij reageert goed op wat ik vraag. Het brengt ook met zich mee dat hij veel ziet van zijn omgeving. Ik voel aan de beugel wanneer hij ergens naar kijkt, omdat de voorwaartse druk dan minder wordt. Ik vind het wel jammer dat ik niet weet waarnaar hij kijkt.
Laatst stond hij opeens boem op de rem. Ik dacht dat hij wat van de grond wilde pakken en spoorde hem aan door te lopen. Toen hoorde ik een kat, die voor ons op een hekje zat te blazen. Ik denk ook dat hij Mees aankeek. Bij Enya is een kat eens bovenop haar gesprongen terwijl ze aan het werk was. Ze is altijd wat terughoudend gebleven ten opzichte van katten. Ik wilde niet dat zoiets met Mees zou gebeuren, dus ik probeerde de kat weg te jagen. Of hij weg was, weet ik niet, maar we zijn doorgelopen en er gebeurde niks. Als ik geweten had dat Mees tilstond voor een kat, had ik de toon van mijn stem daarop afgestemd, meer steun gegeven. Maar geleidehonden worden erop voorbereid dat ze met minder steun moeten werken, juist omdat we niet zien wat er gebeurt.

We zijn samen schoenen wezen kopen. Mees vond netjes de winkel en bleef liggen terwijl ik een rondje door de winkel liep op de nieuwe schoenen. Toen ik mijn keuze had gemaakt, deed ik even gek met Mees. Ik maakte een enthousiast gebaar en hij sprong met twee voorpoten bij mij op schoot; Maar hij zette er meteen zijn achterpoten bij en zat met tuig en al lekker op schoot! Zo’n grote hond, maar nog zo’n jonge lummel in zijn koppie. Hij liep van mijn schoot door naar het bankje waarop ik zat en voor ik het wist lag hij erop; Echt lachen, maar hij moest er wel af. Dat deed hij braaf en kwam me daarna de passok brengen die ik even had gebruikt om de schoen te passen. Hij heeft echt gevoel voor humor.

We breiden de routes steeds verder uit, ook samen met Tom en Loes. Tweede paasdag reizen we naar mijn ouders in Nijverdal; Overstappen op station Zwolle waar ze aan het breken en bouwen zijn. Dat wordt weer een mooie uitdaging voor ze.