woensdag 29 januari 2014

Noeste arbeid.

Nik's nieuws is in de maak. Gelukkig dat Mees het goed vindt dat we nog even onder zijn naam schrijven.

We werken hard, ’s morgens een langere route, ’s middags wat dichter bij huis. We lopen nu ook zonder gentle leader, die is immers bedoeld als tijdelijk hulpmiddel. Zoals het nu ook niet meer nodig is dat Frank routes met lego bouwt om ze voor mij inzichtelijk te maken.
 
Woensdagmiddag, als Frank en Brenda, die ook twee dagen mee loopt, weg zijn, zwaait hhij met zijn staart een glas van tafel. Op onze plavuizen vloer springt het in duizend stukken. De honden moeten op hun plaats zodat wij het kunnen opruimen, maar lopen door het glas. Als ze maar geen glas in de poten krijgen, dat kunnen we er niet bij hebben. Wij stofzuigen, maar ik vertrouw het niet. Ik vraag de buurman om te komen controleren of alles weg is. Tenslotte zien we het geen van beiden. Ik verzuim om Nik eerst op zijn plaats te leggen. Als buurman binnen komt wordt hij besprongen, speels in zijn handen gehapt en dat wil ik beslist niet hebben. Dat moet anders. Als een vriendin later langs komt om zijn poten te helpen controleren, laat ik hem op zijn plaats blijven, maar wanneer ik hem vrij geef, ontploft hij. Het hele gedoe heeft hem kennelijk wat stress bezorgd.

Ik was met Frank al bezig geweest om te oefenen dat hij op zijn plaats moet blijven wanneer er iemand binnen komt. Niet iedereen vindt het prettig als er meteen een grote hond op hem afkomt. Hij moet leren wachten tot ik zeg dat hij mag komen. Dat wordt nu nog belangrijker. Te meer daar hij er iedere keer weer af gaat. Op Franks advies gaan we oefenen; We doen appèloefeningen, blijven, hierkomen, plaats erbij en belonen. Daarna af op de plaats, want dat was ook een strijdpunt. Als ik hem op zijn plaat stuurde en af zei, bleef hij gewoon zitten. Ik dacht eerst: ik ga de strijd niet aan en als ik hem dan negeerde en wegliep, ging hij toch wel af. Maar ik moet ook mijn gezag laten gelden. Hij krijgt dus een halsband met lijn om als hij op zijn plaat smoet blijven als er iemand binnen komt. Komt hij er dan af, dan kan ik hem corrigeren en terug sturen. Daarnaast krijgt hij dan iets om op te kauwen tegen de frustratie.

Gelukkig merk ik dat het oefenen al snel resultaat geeft, hij blijft beter op zijn plaats als Frank en Brenda binnen komen. We zorgen ook dat er weer een nieuw gezicht langs komt, om hem nog wat meer uit te dagen en de trainers kunnen mee kijken. Nik doet het heel goed.

Op den duur zal dit allemaal makkelijker en ontspannener gaan. Nu moet hij weten dat hij zich aan bepaalde regels moet houden, dat geeft hem ook houvast.

 

zondag 26 januari 2014

Nik, het begin.

Het is maandagmorgen, 20 januari 2014, de dag dat Nik bij ons thuis wordt afgeleverd. Trainer Frank komt met hem binnen, hij stuitert en hijgt, is bijzonder opgewonden. Terwijl wij wat drinken, mag hij de kamer verkennen. Loes ontwijkt hem, zo’n druktemaker, daar houdt ze niet van.

Ik heb met gemengde gevoelens naar deze dag uitgekeken. Wie kan er nou Mees vervangen? Niemand, maar dat mag ik ook niet van Nik verwachten, hij is Mees niet. Ik zal weer opnieuwmoeten beginnen. Dat zal ik doen op een nieuw blog, met een andere naam, maar zolang dat er nog niet is, nog even Ameezing Mees.

We bespreken wat we die dag zullen gaan doen. Ik had daar al over nagedacht en stel voor dat we meteen de eerste dag al in tuig gaan werken. Gewoonlijk doet Desudo dat niet, maar Frank is het met me eens. Nik heeft al ervaring en een behoorlijk incasseringsvermogen.
 
We gaan eerst naar het park om appèl te doen: Nik moet af, wij lopen een eindje weg en ik laat hem bij me komen. Hij doet het goed, maar ik merk al gauw dat, wanneer ik hem laat melden, mijn hand aanraken, dat beloon en dan niet direct een ander commando geef, hij er tussenuit piept om iets voor zichzelf te gaan doen en dat is snuffelen. Is hij daar eenmaal mee bezig, dan krijg ik zijn aandacht niet zo makkelijk weer terug. Ik moet hem dus meteen een ander commando geven, naast, zit of wat dan ook, maar in ieder geval zijn aandacht vasthouden.

Dit zie ik ook terug in het werk. Nik is een heel goede werker, maar als hij iets in zijn hoofd heeft, heeft hij het niet ergens anders. Andere honden trekken makkelijk zijn aandacht. Heeft hij zijn focus daarop gericht, dan moet ik mmijn best doen om zijn aandacht weer terug te krijgen. In het ergste geval wil hij erheen en zet dan ook zijn kracht in. Daarvan heeft hij, met zijn 32 kilo en zijn sterke karakter genoeg in huis. Omdat hij bij de mevrouw waar hij eerder heeft gewerkt hiermee te veel succes heeft gehad, heeft Frank mij voorgesteld hem preventief met een gentle leader te laten lopen, een halstertje om zijn kop, waarmee ik geen kracht hoef in te zetten om hem onder controle te houden. Ik kan rustig zijn kop en daarmee ook zijn aandacht naar mij toe richten. Ik vind het prettig werken. Het lijkt alsof het Nik ook rust  geeft. Als we gaan werken, steekt hij zelf zijn neus erin, hij is er helemaal aangewend.

’s Middags laat hij zien dat hij heel goed vooruit kan kijken. We lopen op de stoep en het is containerdag. Er staat een hele rij. Achter de eerste zes container skan hij langs en op de stoep blijven. Daarna versperren ze de stoep en zou hij eraf moeten, maar dat kan daar niet. Hij besluit dus al ver voor dat punt van de stoep af te gaan.

We zijn tevreden over de eerste dag. Hij heeft uitstekend werk laten zien. Zijn tempo is nog wat hoog en af en toe trekt hij wat hard, maar ook daarvoor is de gentle leader goed in te zetten. Aan het eind van de middag doe ik nog wat appèl met hem, dat vindt hij duidelijk leuk om te doen. Hij gaat op zijn plaats als ik dat zeg, maar gaat niet af. Ik besluit de strijd niet aan te gaan en loop weg. Daarna gaat hij uit zichzelf liggen. Toch is dat niet voldoende, zoals later zal blijken.