vrijdag 31 augustus 2012

Onder de blote hemel

Onder de blote hemel

Geleidehonden hebben toch wel een hard leven hoor en er is nog steeds geen vakbond die hun belangen behartigt…

Van de week waren de honden vlak voordat wij naar bed gingen nog even in de achtertuin, omdat onze buurman naar ons riep dat de poort open stond. Vervelend, we zijn het slotje kwijt. Mees begon stoer te blaffen tegen de buurman, die het lef had om in de buurt van zijn tuinpoort te komen. Hij is behoorlijk waaks en vindt zichzelf enorm stoer. Als hij tegen de buurman blaft, praat buurman altijd terug, dus het gedrag wordt ook nog beloond met aandacht. Maar ik vermoed dat buurman eigenlijk een beetje bang is voor dat lawaai.

We riepen de honden naar binnen en gingen naar bed. ’s Nachts schrokken we wakker van twee blaffen, maar we wisten niet precies wie er had geblaft. Tom ging beneden kijken, zoals het een stoere man betaamt, maar er leek niets aan de hand.

De volgende morgen riep Tom de honden om ze uit te laten, maar alleen Mees kwam. Tom zei: “ik heb een heel vervelend vermoeden”. Hij deed de tuindeur open en… ja hoor… Daar kwam Loesje, helemaal nat. ZE had de nacht buiten in de tuin doorgebracht, zo’n zielige hond.

We zullen het goed maken met haar. We hebben penslappen voor ze gekocht. Heerlijke, stinkende lappen vuile pens. Niet gesneden, nee, lekker als een echte wolf scheuren aan je vlees. Dat moet toch voldoende zijn, ik zal u laten weten of het ook echt voldoende was.

dinsdag 28 augustus 2012

Bijsturen


Mees is aan het groeien, lichamelijk en geestelijk.
Toen hij kwam en wij samen aan het werk gingen, moest ik hem flink voeren om hem op gewicht te houden. Mees doet de dingen met overgave en dat kost energie. Nu ziet hij er goed uit, maar ik moet blijven bijsturen.

Hij zoekt ook enthousiast mijn grenzen en soms maak ik daar zelf ook een foutje in.
Er lagen kussens op het grote hondenbed, die liggen er nu niet meer… Iedere keer als Mees opgewonden raakte, en dat gebeurt nogal eens, rende hij naar het bed en pakte een kussen. Op een gegeven moment dacht ik: laat het hem dan maar hebben als speelgoed, hij vindt het zo leuk! En dat is ook zo. Hij pakt het beet, duwt ermee tegen mijn benen om mij uit te nodigen voor een trekspelletje of om het weg te gooien. Hij slingert er hard mee in het rond, heerlijk vindt hij het.

Gisterenavond stonden wij in de achtertuin toen we een vreemd geluid hoorden. Geen van ons wist wat het was, totdat we in de gaten kregen wat Mees in zijn bek had.

Op het bed ligt tegen de achterkant een rol schuimrubber, lekker om tegenaan te liggen, maar ook lekker om het bed overhoop te halen en die rol eraf te trekken. Daar kwam-ie, met een rol van twee meter in zijn bek, de tuin in sjezen. We hebben pas gelachen toen we hem hadden duidelijk gemaakt dat dit niet de bedoeling was en het bed weer hadden opgemaakt.

Hier moet ik echt een grens trekken, dat had ik bij dat kussen al moeten doen. Hij mag best een kussen hebben om mee te spelen, maar dan had ik hem een eigen kussen moeten geven. Of dat had geholpen is trouwens de vraag, maargoed. Nu moeten we zorgen dat hij hiermee ophoudt.
Wat is hij toch creatief en vindingrijk, een goede eigenschap voor een geleidehond, maar die heeft altijd een keerzijde.

Laatst kwam hij naar me toe en gooide iets rinkelends voor mijn voeten. Het was de huissleutel. Onze vakantiehulp had hem door de brievenbus gegooid, maar wij waren vergeten hem op te pakken. Als je dat niet ziet, gebeurt dat makkelijk. Heerlijk dan, zo’n hond die zegt: je hebt wat laten liggen. Hij doet dat met meer dingen, echt heel handig. Dan zijn we weer blij met zijn vindingrijkheid en initiatief

Nog slimmer vond ik hem toen ik in gesprek was met iemand. Zij liet haar sleutels uit haar tas vallen. Mees pakte ze op en gaf ze aan haar terug, kanjer!

zaterdag 25 augustus 2012

De trainer en de gebruiker

Wanneer ik bij Desudo werk, kan Mees niet bij me zijn. We hebben een kantoor van pak ‘m beet drie bij vijf meter en allemaal hebben we een of meer honden; Dus toen de nieuwe kennels voor de honden in opleiding klaar waren verhuisden onze honden naar de oude kennels.
Mees bivakkeerde tijdens zijn opleiding tevreden in de kennel. Nu hij bij mij woont, is het gedaan met die tevredenheid. Gedurende mijn werkdag bij Desudo hoor ik hem regelmatig blaffen en piepen. Als ik hem aan het eind van de dag dan ophaal, springt hij boven mijn hoofd van blijdschap, hij joelt, blaft, hijgt en pakt me bij mijn pols vast. Hij is veel te opgewonden om te gaan zitten zodat ik zijn tuig om kan doen, maar het lukt steeds beter om hem tot rust te brengen.
Ik had al een paar keer gemerkt dat Frank, mijn instructeur en degene die Mees zijn eindtraining heeft gegeven, met lede ogen keek naar dit totale gebrek aan zelfbeheersing.

Sinds kort hebben we bij Desudo nieuwe tuigen. Desudo wilde de tuigen niet meer zelf maken. De keus is gevallen op het Julius K9-tuig. Julius maakt een kant en klaar geleidehondentuig met beugel. Ik had het tuig getest en vond dat Mees er slecht in liep, ik had nog nooit “tempo” tegen hem hoeve zeggen, maar met dit tuig om wel. Ik vond het ook slecht passen. Mees is een smalle hond, met smalle borst. De borstband hing te laag en was te wijd, ook als ik die op zijn strakst zette. Ik vroeg aan Frank of hij eens mee wilde kijken hoe Mees erin liep. Frank vond dat niet zo zinvol, maar lie tme wel zien hoe ik het tuig passend kon maken. Ik zat op kantoor en hoorde hem zeggen: ‘ik sta hier met je hond, ik heb het tuig omgedaan, dan kan je zien hoe het moet zitten’. Ik wed dat hij een voldane grijns op zijn gezicht had: “kijk, zo kan het ook”, want ik hoorde niks, geen gejoel, geen geblaf, geen gespring. Maar zodra ik naar Mees toeliep, begon hij ermee.

Aan het eind van de dag haalde ik Mees op en hij begroette mij op zijn eigen manier. José, directeur bij Desudo, stond erbij en lachte: “Lotte, je straalt helemaal en Mees ook”. “ja”, zei ik, “we zijn ook zo blij om elkaar weer te zien”!

Wat een verschil! En dit geeft zo mooi weer hoe anders de relatie is tussen de trainer en de hond enerzijds en die tussen de “gebruiker” en de hond anderzijds.
De trainer kan zich niet veroorloven al te zeer emotioneel betrokken te raken bij honden die hij steeds weer ziet vertrekken. Hij traint de hond elke dag, maar hij traint ook nog vele andere honden. Als hij zes honden uit de kennel gaat halen om te gaan trainen, kan hij het niet hebben dat ze allemaal gaan springen en blaffen. Voor de training is appèl heel belangrijk. Als een van de trainers de kennel binnen komt, zitten alle honden netjes op hun  billen te wachten wie er mee mag. Natuurlijk zet de trainer wel degelijk emotie in, bijvoorbeeld wanneer hij de hond enthousiast beloont voor iets dat hij goed heeft gedaan. Maar dat is toch heel iets anders dan de band die ik heb met Mees. Wij leven samen, werken samen, spelen samen, knuffelen samen, wandelen samen. Dan ontstaat een heel emotionele band waarin het, vind ik, toegestaan is dat je samen even uit je dak gaat als je elkaar weer ziet.

Waarom overigens dat idiote woord “gebruiker”? Dat komt omdat ik niet de eigenaar van Mees ben. Mees blijft eigendom van Desudo zolang hij werkt; Ik heb hem in bruikleen. Maar emotioneel voel ik mij natuurlijk gewoon de eigenaar van Mees, of liever gezegd: zijn menselijke begeleider, hij is mijn hondse begeleider. Wij bouwen een langdurige relatie op die, naar ik hoop, nog jaren gaat voortduren.

vrijdag 17 augustus 2012

Mees leert namen

Ik leer Mees de namen van zijn speelgoed. Ik ben begonnen met de kip, het kussen en de bal. Ik gooi ze op de grond zodat hij het kan zien en zeg de naam erbij.
Ik vraag hem ze te brengen, noem de naam en wijs aan waar het ligt. Ik was echt verbaasd! Ik vroeg hem de kip te brengen, die lag in de bijkeuken. In de gang lag de bal. Hij rende eerst naar de gang, maar draaide om naar de bijkeuken om de kip te pakken, hij snapt dus echt wat ik bedoel! Geweldig!

Maar momenteel is het veel te warm. Nu laat ik hem een speeltje uit een emmer water halen. Op www.hersenwerkvoorhonden vind je leuke tips voor spelletjes.


donderdag 9 augustus 2012

Mees loopt een glazen trap

Apple-producten zoals iphone en ipad worden standaard uitgerust met voice-over. Dat wil zeggen dat er spraak in zit. Zodoende kunnen ook blinde en slechtziende mensen deze producten gebruiken. Zelfs de braille leesregel, die we gewoonlijk bij de computer gebruiken om het scherm uit te lezen, werkt in combinatie met appleproducten. Apple is voor zover ik weet het enige bedrijf dat rekening houdt met de toegankelijkheid bij het ontwerp van producten.

Tom en ik hebben allebei een iphone. Zo kunnen wij bij een willekeurige bushalte opvragen welke bussen er stoppen en hoe laat ze vertrekken. Erg handig, als je het busbordje niet kunt lezen.
Toen ik mijn oortjes in mijn iphone wilde steken, merkte ik dat dat niet lukte, er zat iets in het gaatje. Dat klopte. Bij navraag bleek er een plastic balletje in te zitten dat je wel tegenkomt in kleding om vocht aan te trekken. Met een pincet geprobeerd, stofzuiger erop gezet, het mocht niet baten.

De enige plaats in Nederland waar je je iphone kunt laten repareren zonder hem te hoeven opsturen is de applestore, aan het Leidseplein in Amsterdam. We maakten dus een afspraak bij de zogeheten Geniusbar.

Op Amsterdam Centraal moesten we tramlijn 1 hebben. Tom heeft in Amsterdam gewoond, maar er is een hoop veranderd. En als je de weg vraagt, tref je zelden een autochtone Amsterdammer, maar meestal iemand die een andere taal spreekt. Zo hebben wij, nadat we de weg hadden gevraagd, de conversatie in het Duits en in het Engels moeten voortzetten, gelukkig geen probleem. Mees en Loesje trokken zich weinig aan van de drukte op het plein en in de volle tram, ze zijn ook getraind in Utrecht en Amsterdam.

De Applestore is enorm groot, de grootste ter wereld zelfs. Het klinkt er erg hol omdat de ruimte hoog is. Naar goed Amerikaans gebruik ontbreekt het er niet aan service. Al gauw hadden we twee medewerkers om ons heen die erg geïnteresseerd waren in de honden. Honden zijn overigens gewoon welkom daar, ook als ze geen geleidehond zijn. Ook waren ze onder de indruk van wat wij doen met de iphone. Ze weten dat er voice-over in zit, maar hoe het werkt en wat je ermee kan, daar hebben ze weinig ervaring mee.

Voor de Geniusbar moesten we naar boven. Ze raadden ons aan de lift te nemen, want in alle applestores is de trap van glas. Ze dachten dat de honden het eng zouden vinden om door de trap heen te kunnen kijken. Natuurlijk gingen wij niet met de lift, maar wilden we graag weten hoe ze die trap zouden nemen en natuurlijk liepen ze er gewoon op. Mees keek wel naar opzij, maar vertoonde geen angst. We hadden wel heel wat bekijks.

Bij de Geniusbar werden we ingecheckt. De medewerker die naar ons toe kwam noemde mij bij mijn voornaam, ook naar Amerikaans gebruik. Het balletje kregen ze er niet uit. ZE hebben het er dieper ingedrukt, zodat ik er geen last meer van heb, het kan geen kwaad, zeggen ze. Dat zal er dus wel tot in lengte van dagen blijven zitten.

Ik wilde een leuk hoesje voor mijn iphone kopen, maar een algehele kassastoring weerhield mij ervan. Dat moest vast zo zijn, want het was eigenlijk heel duur.

Helaas regende het pijpenstelen toen we naar buiten wilden, want we waren eigenlijk van plan om een terrasje op te zoeken op het Leidseplein, maar we waren heel voldaan. De honden maken een dergelijk bezoek zoveel gemakkelijker dan wanneer je dat met een stok zou moeten doen.