maandag 25 november 2013

Loesje

Aan het eind van mijn vorige verhaal vroeg ik om tips voor de naam van het blog. Ik heb een aantal leuke gekregen, waarvoor hartelijk dank.
Ik zal de naam nog niet meteen veranderen, daar komt een moment voor, ik weet alleen nog niet wanneer.

Intussen gaat het leven door. Toen Mees pas overleden was, had ik van die momenten dat ik dacht dat hij er nog was. Dan kwam ik naar beneden als ik een tijdje achter de pc had gezeten en wist ik zeker dat ik hem naar me toe hoorde lopen om me te komen begroeten. Dan was er zo’n flits dat ik heel even geloofde dat het een nachtmerrie was geweest, dat hij er nog gewoon was. Maar het is stil als Loesje en Tom niet thuis zijn, heel stil. Ik merk ook dat ik me wat minder veilig voel, zonder hond in huis.. Ik ben zo gewend aan een hond in mijn buurt, dat ik me gewoon niet compleet voel, er ontbreekt wat. Ik moet me steeds inhouden als Tom en ik uit de trein of bus stappen om niet ‘uitstappen’ te zeggen. Nik zal dat gat opvullen. Ik ben blij dat hij komt, maar ook bang. Ik realiseer me dat hij een deel zal zijn van het rouwproces. Er zullen veel dingen van Mees terugkomen en vergelijken is onvermijdelijk. Ik ben wel bang voor die emoties. Het gegeven dat ik afhankelijk van hem ben, maakt me extra kwetsbaar. Maar ik ga het natuurlijk met goede moed aan, ik vind dat ik geen keus heb. Intussen heeft hij al wel een grappige belevenis gemist.

18 november gingen wij naar een tentoonstelling over Leonardo da Vinci (1452-1519) in Rotterdam. Die was speciaal voor onze doelgroep opengesteld, zodat we overal aanmochten komen. Fantastisch, wat een genie was die man. Hij bedacht in die tijd al iets dat wij later uitbouwden tot de helikopter en ontwierp bijvoorbeeld een duikerpak (in de oorlog gebruikt natuurlijk). Men ademde door slangen die door kurken drijvers boven water gehouden werden.

Er was vervoer voor ons geregeld van Rotterdam Centraal naar de Koolsingel, met de fietstaxi. Wat grappig om daar eens in te zitten. De ‘taxichauffeur’ de fietser in dit geval, zit voorop en trapt zich een ongeluk, nou ja, er is wel elektrische trapondersteuning, hij moet tenslotte ook de Erasmusbrug op. Daarachter is een bakje met een bank voor twee personen en een dak boven je hoofd. De zijkanten zijn gedeeltelijk open. Loes stapte er moeiteloos in en zat, tussen Tom’s benen, lekker om zich heen te kijken. Ik vroeg me wel af of we Nik er ook nog bij gekregen zouden hebben.
Op de terugweg loodste ze ons met zijn tweeën over Rotterdam centraal in de spits, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

Reizen met twee blinden en een hond is wel goed afstemmen, dat leren we door schade en schande. Als Tom met Loes de trap naar beneden of naar boven loopt, moet hij aan het eind van de trap wel wachten, anders mis ik de laatste treden. Ook als hij de trein in stapt moet hij meteen stilstaan, anders sleept hij mij de trein in en heb ik niet genoeg tijd om met mijn stok te voelen waar de treeplank is. Ik maak een riem aan zijn rugtas vast, maar die is natuurlijk flexibel. Daarom probeerden we het met een blindenstok, maar die is inklapbaar, de delen zitten met elastiek aan elkaar. Als ik dus niet snel genoeg mee kom, gaan de delen uit elkaar en rekt het elastiek uit, dat schiet ook niet op. Er moet gewoon weer een hond komen, dit vraagt best veel van ons allebei.

Vandaag moest Tom in Driebergen zijn, vlakbij het station. Hij kon dus alleen teruglopen. Onverwacht wilde Loes oversteken. Tom ging met haar mee en aan de overkant liep ze een trapje op en Tom ontdekte dat hij op het perron stond. Wat een inzicht. Het is echt de moeite waard met je hond mee te gaan, ookal doet hij of zij iets dat je niet verwacht.

Loesje vindt het volgens mij niet zo erg om ‘enig kind’ te zijn. Al die aandacht. Soms ligt ze tussen ons in op de bank en ik hoor net dat ze zelfs in de trein bij Tom op schoot probeert te gaan liggen als ze ziet dat de bank waar hij zit leeg is. Dat wordt nog wat, als Nik erbij komt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten