donderdag 14 november 2013

En nu?

Als ik in boeken weleens leest dat iemand totaal verbijsterd en versuft is, weet ik nu beter hoe dat voelt. “Dit is niet waar, dit overkomt mij en mijn hond niet”.

Toen Mees zo ziek werd en we hem nog hadden tijdens dat laatste, bizarre weekend, heb ik gedaan wat nodig was, gesteund door Tom, Loes, dierenartsen en Desudo. Ik vond dat ik sterk moest zijn voor Mees, die natuurlijk heel goed wist dat er iets grondig mis was. Wij denken achteraf dat Loesje het al veel eerder geweten moet hebben dan wij, dieren voelen zulke dingen aan.
Toen ik, samen met de dierenarts, Mees had weggedragen, nam dat gevoel van verdwazing pas goed bezit van mij. Er zaten maar twee weken tussen de duidelijk waarneembare symptomen en zijn dood. We hebben zo weinig tijd gehad om aan het idee dat Mees er niet meer zou zijn te wennen.
Ben ik gewoonlijk op sommige terreinen al wat chaotisch, nu is het helemáál erg. De helft van wat Tom tegen me zegt hoor ik niet en ik vergeet wat ik aan het doen ben.
‘s morgens bij het wakker worden, vind ik de moeilijkste momenten. En dan zijn er alle ‘eerste keren’: de eerste keer naar de supermarkt met Loes in plaats van met Mees, de buschauffeur die vraagt waar mijn hond is, de mensen in winkels, in het bos. Een geleidehond komt overal, dus het valt meer op dat hij er niet meer is. Vandaag moest ik een gastles geven en kon Loesje niet meenemen. Dan kun je er niet omheen om het te zeggen, maar dat heb ik niet zelf gedaan, omdat ik niet voor de klas wilde huilen.
Dan moet je het aan iedereen vertellen. Veel mensen wisten niet eens dat Mees ziek was en waren zo geschokt dat wij sommigen van hen moesten troosten.

We zijn overstelpt met blijken van medeleven, zo hartverwarmend. Telefoontjes, mailtjes, kaartjes, mooie reacties op het blog. WE hebben ons erin gekoesterd. Van de mensen van Dogtravel kregen we een knuffel in de vorm van een pluchen vosje en een heuse brief in braille, die ze speciaal moeten hebben laten omzetten.

Er is maar eén moment geweest dat we dachten dat Loes hem aan het zoeken was. Ze rende naar de voordeur, terug naar de kamer en bleef een tijdje heel stil staan. Maar zeker weten doen we dat niet. Als ik eén ding hiervan geleerd heb is dat we zo weinig weten van wat er in die koppies omgaat. Je denkt je hond zo goed te kennen, je ziet signalen, maar je interpreteert ze verkeerd. Het zit bij een hond in de genen om zwakte niet te laten blijken en daarvan hebben we het bewijs gezien. Aan de andere kant is het ook maar goed dat we er niet aan dachten dat Mees zo ziek was, dat komt gewoon niet bij je op bij een hond van drie jaar.

Het gaat goed met Loes. Ze lijkt zich goed bewust van de dubbele taak die ze nu heeft. Als Tom en ik samen lopen, maak ik een riem vast aan de achterkant van zijn rugtas. Tom merkt dat Loes om zijn rechterbeen heen kijkt om te zien of ik ook mee kom, met name bij het ontwijken van obstakels. Toen we in het park waren en ik de riem los maakte omdat ik vond dat ik wel zelf verder kon lopen met de stok, stond ze meteen stil. Het is wel goed opletten, want Loe sis heel voorzichtig. Als er iets aankomt waarvan ze vindt dat we kalm aan moeten doen, vertraagt ze plotseling haar tempo. Als ik niet alert ben, bots ik iedere keer op tom's achterkant. Dan kan ze het tempo opeens weer versnellen en moet ik bijna rennen om ze bij te houden. Het moet een komisch gezicht zijn. Ook moet ik me iedere keer inhouden om me niet met hun werk te bemoeien, net als de irritante partner die naast je in de auto zit en het niet kan laten opmerkingen te maken over het rijden van de ander.

Loes wilde altijd achter Mees lopen, ze deed daar soms actief haar best voor. Afgelopen maandag liep ik met een paar andere geleidehondgebruikers van de bushalte naar Desudo. Ze hadden hun hond even uitgelaten aan de lijn en waren bezig die weer in tuig te doen. Ik stond achteraan, maar moest voorop om de weg te wijzen. Ik zei ‘vooraan’ tegen Loes en ze liep zonder meer langs de andere honden en pakte de kop, geweldige meid.

Maar ondanks dat merk ik dat ik het lopen met Loes tot een minimum moet beperken, alleen als het echt niet anders kan. Het is net alsof je in andermans auto rijdt: je weet hoe je moet gas geven, remmen en sturen, maar de reacties zijn net even anders dan je gewend bent. Ik hoor wel wat er verbaal tussen Loes en Tom gebeurt, maar ik weet niet welke lichaamstaal ze uitwisselen. Ik heb met Loes de misverstanden die iedereen heeft met een hond waarmee je gewoonlijk niet loopt. Ze kent de routes, daarom gaat het wel, maar ik merk dat het niet soepel gaat en dat ik haar niet vertrouw zoals ik Mees vertrouwde. Dat is niet goed voor Loes. Tom moet met haar door en dat moet goed blijven gaan.
Er is een oplossing in de maak, maar daarover in een volgend verhaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten