maandag 22 juli 2013

draadbreuk

Terwijl ik dit schrijf plak ik vast aan mijn stoelleuning en zie ik net voorbij mijn raam een mus van het dak vallen… Een tijdje geleden, toen we nog mopperden over de zomer die maar niet wilde komen, moesten Mees en ik naar Utrecht. We moesten zijn op de Malibaan. Handig is het dan wanneer je vrienden in die stad hebt wonen die ook blind zijn. Zij geven je de beste informatie over te nemen bussen en telopen routes. Daarnaast hebben wij een apparaatje dat de Kapten heet en dat ons in staat stelt van te voren uit te vinden hoe we moeten lopen. Want stelt u zich dat voor: je ziet niks en je stapt uit de bus. We weten dat we op de hoek van de Malibaan en de Nagtegaalstraat staan, maar welke kant moeten we op? Waar zijn de even en de oneven nummers? Moeten we aan deze kant of aan de overkant zijn, links of rechts af?
Ik had uitgedokterd dat we aan de overkant moesten zijn en linksaf moesten. Nou ging er met de oriëntatie toch even wat mis, want ik dacht dat we de Malibaan overstaken en ik weet dat die uit twee rijbanen bestaat. Maar na een oversteek waren we er al, dat kon niet kloppen. Moeilijk om dan te bedenken wat er fout gegaan is en wat te doen om de goede richting te vinden. Achteraf begreep ik het, maar op dat moment niet. Geen nood, vragen staat vrij. Met enig vragen (ook in het Engels) kwamen we op de bestemming.

Voor de terugweg had ik nagevraagd, was de bushalte aan de overkant van waar ik was uitgestapt, niet al te moeilijk. We liepen nu helemaal feilloos de Nachtegaalstraat in. De bushalte zou dan een meter of vijftig verderop moeten zijn. “Nou Mees”, zei ik al vrij snel, “we zoeken een bus”, want sommige mensen kunnen geen afstanden schatten. Ik voelde dat hij naar links keek en even inhield. Links van mij was de drukke straat, dus ik vond het best spannend, maar gaf hem toch mar het voordeel van de twijfel. We staken het fietspad over en Mees liep een vluchtheuvel op. Bij navraag bleek het de bushalte te zijn. Wat een grote voldoening geeft dat als je dat samen hebt gevonden in een redelijk onbekende omgeving. Mees heeft wel geleerd de bus te zoeken als die er staat, maar een halte waar geen bus staat is een stuk lastiger te herkennen voor hem.

In de bus keek ik op mijn Iphone welke trein ik zou nemen en ik zag het al: dit reisadvies vervalt, zucht. Op het perron aangekomen zei de omroepster: wegens een draadbreuk is er geen treinverkeer mogelijk tussen Hilversum en Almere, er is geen alternatief reisadvies. We verwachten dat de problemen rond 19:00 uur zijn opgelost. Tja, daar sta je dan. Weer vragen. Een reiziger wist me te vertellen dat we naar Hilversum moesten, daar overstappen op de trein naar Weesp, vandaar met een bus naar Almere en daar vandaan weer met de trein naar Lelystad.
Ik ken het station in Hilversum niet zo goed, maar de trap vindt Mees altijd wel en ik had gekeken op welk spoor de treinen naar Weesp zouden vertrekken. Er liep ook een servicemedewerker van NS mee. In Weesp vond Mees ook weer netjes de trap. Iemand zei tegen me: de trap is versperd met mensen beneden. We liepen naar beneden en inderdaad, op een gegeven moment konden we niet verder, de rij wachtende voor de bus stond tot op de trap. Dan maar samen zitten op de trap, allebei op een tree. Toen de rij weer in beweging kwam, betekende dat voor ons file-lopen: een paar stapjes en weer stilstaan, stapjes, stilstaan. Mees wilde eigenlijk een opening zoeken om mij naar voren te brengen, maar er stonden honderden mensen om ons heen. Bovendien wordt dat niet echt op prijs gesteld door je medereizigers. Op een gegeven moment moesten we weer een trapje op, dus stond Mees met zijn achterpoten een paar treden lager dan zijn voorpoten weer te wachten. Dat moet toch wat zijn voor zo’n hond. Hij ziet alleen maar benen en van het waarom van al dat gedoe snapt hij al helemaal niks. Maar als we langer moeten wachten, gaat hij gewoon liggen tussen al die mensen. “Wat een rustige hond”, hoorde ik om me heen zeggen. “Ja, goed opgeleid en goed voorbereid op zulke situaties”.

Gelukkig was er vrij strakke regie van NS toen er bussen kwamen. Ik heb in het verleden ook wel anders meegemaakt; Dan zie je het laagje beschaving over het mensenbrein heel snel verdwijnen en gedragen ze zich als een troep hongerige wolven die een prooi bestormt. Mees en ik kwamen terecht op het reisleiderstoeltje, voor bij de chauffeur, heel grappig en op die ‘leidersplaats’ voelt Mees zich helemaal thuis.

In Almere was het even zoeken en vragen hoe we van de bus naar het perron moesten komen, maar ook dat lukte. We hebben er drie uur over gedaan om van Utrecht naar Lelystad te komen, maar wat was ik weer blij dat ik Mees bij me had.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten